Stichting Historische Kring Baflo
De wierde van Baflo dateert van omstreeks 600 v. Chr. Rond die tijd was het gebied van Noord-Groningen half land en
half zee, omdat het zo nu en dan overstroomde. Aan het einde van de 8e eeuw zou de missionaris Liudger een kerkje
hebben gesticht in Baflo. De naam Baflo wordt voor het eerst genoemd als 'Bestlon' in 945 in een lijst van bezittingen van
de abdij van Fulda. Rond 1000 wordt het dorp 'Bahtlon' genoemd in een lijst van de goederen van het klooster van
Werden en in 1221 wordt het genoemd als 'Beftlo' wanneer het dorp Maarhuizen als parochie wordt afgescheiden van de
kerk van Baflo.
Het voorvoegsel beft of baft wordt vertaald als 'achter' en het achtervoegsel -lo als 'moerasbossen' in de betekenis
'achter de moerasbossen' of misschien 'de achtermoerassen'. Het moeras verwijst hier naar de lager gelegen gronden
ten zuiden van Baflo.
In de 12e eeuw werd de huidige stenen kerk van Baflo gebouwd. De losstaande toren dateert uit de 13e eeuw en werd
vroeger ook gebruikt als gevangenis. Tegenwoordig herinnert het cachot hier nog aan. De kerk vormde de zetel van het
personaatschap (proosdij of decanaat) Baflo. Een van de Baflose persona was de vader van de humanist Roelf Huisman
ofwel Rudolf Agricola (1444-1485)
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog leed het dorp onder de opgelegde belastingen. In 1582 werd het dorp geplunderd door
Spaanse troepen onder leiding van Mulert (of Muylert).
De bebouwing van het dorp bleef eeuwenlang beperkt tot de wierde. Nadat in 1893 de spoorlijn Sauwerd-Roodeschool
werd aangelegd en het station Baflo werd geopend veranderde dit. Het dorp breidde zich toen uit naar het oosten.
Gepensioneerde boeren lieten hier rentenierswoningen bouwen. Niet alle woningen waren van even goede kwaliteit. Zo
stonden de woningen die kort na de Eerste Wereldoorlog tussen Baflo en de begraafplaats aan de oostzijde van het dorp
werden gebouwd bekend als een 'verbanningsoord' en werden in de volksmond daarom ook wel 'Amerongen' genoemd,
naar het verbanningsoord van de Duitse keizer Wilhelm II. Na de Tweede Wereldoorlog werd het dorp verder uitgebreid
naar het zuiden.
In 1950 was Baflo het eerste dorp op het Groningse platteland dat een bejaardenhuis kreeg.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Baflo
Den Andel wordt voor het eerst genoemd in een parochielijst van ongeveer 1475 als Ondel. Andel is Oostfries voor
'kweldergras' en het dorp is dan ook in eerste aanleg op de kwelders gebouwd. Tussen de 11e en 13e eeuw werd vanuit
Den Andel een dijk gelegd. Vanaf de 13e eeuw ontstaat langs de Oude Zeedijk bewoning.
Den Andel ontsnapte niet aan het strijdgeweld van de Tachtigjarige Oorlog. In 1584 werd het dorp platgebrand door
Staatse troepen.
Daarnaast was ook de zee een bedreiging voor het dorp. De Oude Dijk brak tijdens de Kerstvloed van 1717, waarbij
duizenden doden vielen in de provincie en in Den Andel. Op de kerk na werden alle huizen weggevaagd. Na de ramp in
1850 werd een nieuwe dijk gebouwd die aanzienlijk noordelijker kwam te liggen. Bij het aanleggen van de nieuwe dijk
werd ook de grond van de oude dijk gebruikt. Van de oude dijk resteert nu alleen nog een klein stukje ten oosten van
Westernieland.
Na de aanleg van de Noordpolder in 1811 nam de agrarische werkgelegenheid toe. Dit kwam onder andere tot uiting in
de aanwezigheid van een tweetal molens: Aan de noordzijde van het dorp werd in 1852 de Noordermolen gebouwd, een
koren-en pelmolen die echter al in 1859 afbrandde. Het zelfde jaar werd de molen herbouwd, maar na een tweede brand
in 1874 werd er een molen uit Niekerk gehaald. Dit is de huidige De Jonge Hendrik. De Zuidermolen stond al voor 1628
aan de zuidkant van het dorp en ging ten onder in de Kerstvloed. Later werd een opvolger gebouwd die dienst deed als
koren-, pel-, en roggemolen. Ook deze molen werd twee maal door brand getroffen en werd in 1878 niet herbouwd.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Den Andel
Rasquert en Baflo zijn gelegen op twee tegen elkaar aan gebouwde wierden. Beide dorpen worden gescheiden door de
Rasquerdermaar.
Vroeger lag aan de zuidwestzijde van het dorp de borg Meyma (afgebroken rond 1717). Op het terrein hiervan verrezen
later de boerderij Meyma en een burgemeestersvilla. Ten noorden van het dorp lag de borg Mathenesse (afgebroken kort
na 1729).
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Rasquert
Het dorp Saaxumhuizen telt nog geen twintig huizen maar heeft wel een oude historie met een kerk uit de 13e eeuw.
Daarnaast is Saaksumhuizen geboorteplaats van de bekende predikant en rechtsgeleerde Marius Bouwman (1901-
1961).
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Saaxumhuizen
Tinallinge is ontstaan op een wierde die waarschijnlijk ontstond rond 500 v. Chr. Met een oppervlakte van zes hectare
heeft het een vrij grote omvang. De hoogte van de wierde is 3,7 meter.
De oudste vermelding van het dorp dateert al uit de tiende eeuw als het Ingaddingenheim wordt genoemd. Het grootste
deel van de wierde is onbebouwd. De ossengang rond de wierde is nog deels in tact. In 2003 werd de wierde tot
archeologisch monument verklaard.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tinallinge
BAFLO
DEN ANDEL
RASQUERT
SAAXUMHUIZEN
TINALLINGE